Capaciteit

Mobiliteitsontwikkeling

In 2020 is een langetermijnnetwerkvisie ontwikkeld, waarin reizigers-, goederen- en internationaal vervoer integraal zijn verwerkt. Deze is opgebouwd in fasen. Per fase is uitgewerkt hoe aan de aanbodkant de beleidsknoppen logistiek, infra en systeemsprongen en aan de vraagkant gedragsbeïnvloeding en regelgeving moeten worden ingevuld. De bijbehorende investeringsvragen zijn inzichtelijk gemaakt. De lange termijn voor goederen- en internationaal vervoer is vertaald in  productstappen.

Toekomstbeeld OV 2040 (TBOV 2040)

De landelijke netwerkuitwerking voor TBOV 2040 is afgerond en opgenomen in het totaalrapport. We denken actief mee met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de vervolgstappen te bepalen en om de uitwerking voor 2040 te realiseren. Hiermee vullen we de rol van adviseur richting het ministerie en de regionale overheden actief in.

Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse

De invulling voor de bijlage spoor bevindt zich in de afrondende fase. In de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA) heeft ProRail ook de landelijke Bus Tram en Metro (BTM) gegevens ontvangen en de analyses uitgevoerd voor het ministerie. Tevens is een prognosemodel opgesteld voor internationaal reizigersvervoer.

Dienstregeling 2021

In de dienstregeling heeft ProRail een aantal verbeteringen mogelijk gemaakt, die het gevolg zijn van enerzijds de nieuwe concessie noordelijke lijnen die eind 2020 van start is gegaan en anderzijds het beschikbaar komen van nieuwe infrastructuur. De verbeteringen betreffen onder andere:

  • Betere aansluitingen, zoals gerealiseerd bij aansluiting van de treindiensten te Leeuwarden op de intercity- treindienst van NS.

  • Uitbreiding van het aantal ritten, op onder andere de treindienst Leeuwarden-Harlingen Haven, Leeuwarden-Stavoren en Sneek en Stavoren.

  • De sneltrein Leeuwarden – Groningen rijdt vanaf december 2020 twee keer per uur en zal beide keren stoppen te Feanwalden en afwisselend een keer per uur te Buitenpost en een keer per uur te Zuidhorn, met behoud van ongeveer dezelfde reistijd. De stoptrein is door de nieuwe infra versneld.

Ontwikkelingen spoorgoederenvervoer

Infra op orde en compliance / Crisislab


Het jaar 2020 stond vooral in het teken van ‘infra op orde’ in het Rotterdams havengebied. We hebben in de haven een situatie van achterstallig onderhoud in de assets, waardoor meerdere keren essentiële delen van de spoorinfrastructuur langdurig niet beschikbaar waren voor de aan- en afvoer naar terminals. Dit was aanleiding voor ProRail om een onafhankelijk bureau – Crisislab – onderzoek te laten doen naar de oorzaken en aanleidingen van de ontstane situatie. Volgens het onderzoek van Crisislab is de problematiek op de Havenspoorlijn ontstaan door een combinatie van factoren in de ProRail-organisatie. Zo is een integraal programmateam ingericht onder leiding van een integraal programmamanager om de onderhoudsachterstanden weg te werken en binnen het Rotterdams havengebied 100% compliant te worden. De eerste resultaten zijn geboekt, maar we zijn er nog niet. We verwachten nog drie jaar nodig te hebben om de achterstanden in te halen. De vervoerders stellen de openheid en transparantie over ‘infra op orde’ en de voortgang in het Rotterdams havengebied op prijs.

Blusvoorziening Waalhaven

Door problemen met de blusvoorziening mogen goederenvervoerders al ruim een jaar niet rangeren met gevaarlijke stoffen op emplacement Waalhaven Zuid. ProRail werkt sindsdien met alle belanghebbenden aan het op orde krijgen van de veiligheidsvoorzieningen van het emplacement in de Rotterdamse haven. In nauwe afstemming met bevoegd gezag worden diverse scenario’s getoetst op haalbaarheid, waarbij het doel is dat het emplacement vanaf 1 april 2021 in ieder geval gedeeltelijk weer gebruikt kan worden voor treinprocessen met gevaarlijke stoffen. Als gevolg van de logistieke beperkingen op Waalhaven Zuid was een compensatieregeling voor de vervoerders van kracht tot aan het dienstregelingsjaar 2021. Voor de periode vanaf het dienstregelingsjaar 2021 wordt gewerkt aan een compensatieregeling voor de volledige Havenspoorlijn. Onderdeel van deze regeling is ook een clausule die vervoerders die bovenmatig getroffen worden door de situatie op de Waalhaven compenseert.

Kijfhoek

In mei 2020 zijn afwijkingen aan wissels op Kijfhoek (met grote logistieke impact op het treinproces) en gebreken aan de hoofdrailremmen en groepsremmen geconstateerd. Hierop is een speciaal crisismanagementteam goederen ingericht, waarin alle relevante partijen werden betrokken bij de maatregelen om de wissels op Kijfhoek zo snel mogelijk te herstellen. Met vereende inzet van vervoerders, aannemers en ProRail is een complexe hersteloperatie van de wissels in korte tijd gerealiseerd. De hoofdrailremmen werden na tijdelijk herstel gemonitord tot aan definitief herstel. Dit is problematisch verlopen. Na vervanging van het frame van hoofdrailrem 1 in een achtdaagse buitendienststelling in november bleek tijdens acceptatietesten dat de voorgeschreven meetwaarden van de rem niet gehaald werden, waardoor de rem niet in dienst gegeven kon worden. De impact op het logistieke proces was groot. Begin december is de hoofdrailrem hersteld, getest en in dienst gegeven. Vervanging van hoofdrailrem 2 staat gepland in 2021.

Treinen van 740 meter

Na oplevering van de TEN-T-studie aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werd weinig voortgang geboekt op dit dossier. De sector heeft hierover zijn zorgen geuit én over de bestendiging van maatregelen voor 740 meter lange treinen in het MIRT. Samen met andere partijen in de sector is een taskforce ‘740 meter’ opgericht om te komen tot een plan voor Nederland en bijbehorende financiering. Daarnaast is gesproken met DB Netze om de aanpak en voortgang op dit dossier te delen en het belang te onderstrepen. In het kader van de Middellangetermijnverkenning Goederen is met vertegenwoordigers uit de goederenbranche en het ministerie gesproken. Zij zijn meegenomen in de langetermijnvisie van ProRail op het integrale netwerken in onze goederenvisie. Tijdens het bestuurlijk overleg MIRT is besloten dat verkenningen worden gestart naar welke infrastructurele aanpassingen nodig zijn voor het faciliteren van 740 meter lange treinen naar Venlo en Bad-Bentheim en het toekomstbestendig maken van het spoor bij knooppunt Venlo.

Maatregelenpakket spoorgoederenvervoer

  • In de beleving van de sector is er geen level playing field en stijgen de kosten van spoorgebruik ‘onder de streep’. Samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn mogelijke kostenverlagende maatregelen onderzocht, zowel rechtstreeks via het ministerie (zoals door aanpassingen van lopende financiële (subsidie-)regelingen) als via ProRail (zoals compensatie van faalkosten). Dit heeft in december geleid tot een toezegging van het ministerie over een ophoging van de huidige subsidieregeling van 6 miljoen euro voor de periode 2021-2022. Daarmee loopt Nederland weer in de pas met Duitsland. Daarnaast wordt er geld vrijgemaakt voor een modal shift-regeling van weg naar spoor. Deze regeling wordt verder uitgewerkt.

  • Op basis van de praktijkproef gedifferentieerd rijden is de conclusie dat niet eenduidig vaststaat dat gedifferentieerd rijden leidt tot vermindering van trillingen en geluid. In consensus met de sector is besloten om hiermee niet verder te gaan en naar alternatieven te kijken om trillingen en geluid te verminderen.

  • Inzake duurzaamheid heeft samen met twee goederenvervoerders een pilot plaatsgevonden met alternatieve brandstof op een tankplaat op de Maasvlakte. De resultaten zijn gerapporteerd. Verdere acties hangen af van de reactie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

  • Vanuit het cluster communicatie is een 0-meting gedaan naar het imago van het spoorgoederenvervoer. Op basis van dit imago-onderzoek is een advies opgesteld voor de eerste communicatieboodschap en een concept voor een gezamenlijke (met de sector) spoorgoederencampagne ontwikkeld, met als slogan 'Spoorgoederenvervoer: de toekomst is van ons'. De Spoorgoederentafel heeft deze positief ontvangen. De campagne richt zich op vier pijlers: infrastructuur, internationale concurrentie, modal shift en maatschappelijk draagvlak. De campagne moet zijn beslag krijgen in 2021 in het Europese Year of the Rail. ProRail is intensief betrokken bij de uitwerking van deze gezamenlijke goederencommunicatie en de verdere lading van het concept. De campagne moet een gezamenlijk product van de sector worden.

Annuleringsheffing
ProRail heeft per 2021 een gewijzigde annuleringsheffing geïntroduceerd, om efficiënt gebruik van capaciteit te stimuleren en invulling te geven aan de wettelijke verplichting om een dergelijke heffing toe te passen. De meeste vervoerders steunden de introductie van de heffing per 2021 niet. De ACM is, mede naar aanleiding van ambtshalve onderzoek, van mening dat met een (verplichte) heffing significante financiële prikkels worden gegeven. Na afstemming met de ACM is besloten de heffing per 2021 wel administratief in te voeren, maar nog niet in rekening te brengen. Dit geeft extra tijd voor een zorgvuldige implementatie van een gewijzigde heffing per 2022.

Procesoptimalisatie Spoorgoederenvervoer
In het afgelopen jaar is met de toevoeging van emplacement Maasvlakte West een eerste stap gezet in de verdere uitrol van Procesoptimalisatie Spoorgoederenvervoer (POS). Naast de Waalhaven (terminal RSC) zorgen we nu ook op de Maasvlakte voor een integrale planning met de terminals ECT, RWG en APMT. De voorbereidingen voor de uitrol op de Botlek zijn nagenoeg afgerond, zodat in het eerste kwartaal van 2021 ook hier verbeteringen op basis van de integrale planning kunnen worden doorgevoerd.

Blustesten havenemplacementen
Op last van het bevoegd gezag zijn integrale systeemtesten uitgevoerd bij havenemplacementen Pernis, Botlek, Europoort, Maasvlakte West-West, Maasvlakte West en Maasvlakte Oost, om aan te tonen dat bij een maatgevend incident scenario een adequate inzet van de bedrijfsbrandweer kan worden gedaan. Op basis van de resultaten heeft het bevoegd gezag geconcludeerd dat deze gegeven de (weer)omstandigheden tijdens het testen voldoende zijn. Het bevoegd gezag heeft wel vervolgvragen ten aanzien van de uiteinden van de emplacementen, inzet met windkracht 5, inzet met schuimvormend blusmiddel (reductie worplengte 15%) en de bezettingsgraad van de sporen. Voor wat betreft Maasvlakte Oost onderzoekt ProRail samen met de markt aan de Tafel van Vergroting welke concrete handelingen met gevaarlijke stoffen er noodzakelijk zijn. Deze input wordt meegenomen in het vervolgtraject van eventuele aanpassing van de omgevingsvergunning dan wel het opzetten van alternatieve bestrijdingsplannen.

Mijn Verslag (0)