Financiële prestaties

Effecten COVID-19

Begin 2020 is de hele wereld geconfronteerd met de uitbraak van COVID-19. De overheid heeft sindsdien diverse maatregelen getroffen om het virus zo goed mogelijk onder controle te krijgen. De effecten van COVID-19 en de ingestelde maatregelen zijn significant en voelbaar in de verschillende sectoren en in de samenleving. Dit geldt ook voor de OV-sector in het algemeen en voor ProRail en haar medewerkers specifiek.

Financieel gezien is het grootste effect van COVID-19 zichtbaar in de daling van de ontvangsten gebruiksvergoeding. ProRail ontvangt van de vervoerders gebruiksvergoeding voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur. De gebruiksvergoeding is onder andere gebaseerd op het gewicht van de treinen die vervoerders inzetten, het aantal kilometers dat gereden wordt en het aantal stations dat een trein aandoet. Uitgangspunt bij de gebruiksvergoeding is dat enkel kosten in rekening worden gebracht die volgen uit het gebruik van het spoor. Gezien het feit dat op verschillende momenten in het jaar de dienstregeling naar beneden is bijgesteld heeft dit ook effect gehad op het gebruik van de spoorweginfrastructuur en daarmee eveneens op de ontvangsten gebruiksvergoeding. Over 2020 is de omzet gebruiksvergoeding ten opzichte 2019 gedaald met EUR 24 miljoen.

Ondanks de COVID-19 maatregelen hebben de activiteiten van ProRail doorgang kunnen vinden en is het spoor onderhouden, vervangen en vernieuwd. De financiering van de activiteiten voor 2020 zijn in 2019 middels een subsidiebeschikking verstrekt, de ontwikkelingen van COVID-19 hebben hier geen effect op gehad. ProRail heeft gedurende 2020 geen gebruik gemaakt van steunmaatregelen zoals Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). COVID-19 heeft voor ProRail niet geleid tot het identificeren van waarderingsvraagstukken.

Resultaten 2020

De realisatie voor functiewijzigingsprojecten is nagenoeg op planning uit gekomen. Voor wat betreft de functiehandhavingsprojecten zien we een aantal verschuivingen in de tijd, te verklaren door prioriteitstelling, uitstel of juist versnelling van projecten zoals Waalhaven Zuid en de Schipholtunnel. Op het gebied van kosten uitbesteed werk zien we een lichte stijging ten opzichte van 2019.

Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening kwam in 2020 uit op € 10 miljoen negatief (2019: € 38 miljoen negatief). In 2020 werd via onder andere onze functiewijzigingsprojecten voor € 1,0 miljard (2019: € 1,0 miljard) geïnvesteerd in materiële vaste activa, waarvan € 796 miljoen (2019: € 723 miljoen) is gefinancierd vanuit de Rijksoverheid en € 208 miljoen (2019: € 265 miljoen) gefinancierd door derden, zoals provincies en gemeenten. ProRail maakt gebruik van financiële instrumenten; voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de jaarrekening. De solvabiliteit van ProRail bedraagt ultimo 2020 8,1% (2019: 8,2%); de liquiditeit bedraagt ultimo 2020 0,76 (2019: 0,88).

Wat betreft het exploitatiegedeelte realiseerde ProRail in 2020 bedrijfsopbrengsten van € 1,4 miljard (2019: € 1,3 miljard) onderverdeeld naar:

  • exploitatiebijdragen van de Rijksoverheid (€ 868 miljoen; 2019: € 765 miljoen);

  • gebruiksvergoeding (€ 334 miljoen; 2019: € 358 miljoen);

  • overige netto-omzet (€ 34 miljoen; 2019 € 45 miljoen);

  • geactiveerde productie (€ 125 miljoen; 2019: € 127 miljoen);

  • overige bedrijfsopbrengsten (€ 6 miljoen; 2019: € 5 miljoen).

Voor wat betreft de kosten voor uitbesteed werk en overige externe kosten realiseerde ProRail in 2020 € 829 miljoen (2019: € 776 miljoen). Deze kosten houden onder andere verband met infrastructurele kosten, kosten van inspecties en onderzoek, ICT-diensten en overige kosten die uitbesteed zijn.

De hierboven vermelde cijfers dienen in samenhang met de jaarrekening en toelichting daarop bezien te worden, voor nadere toelichting verwijzen wij derhalve naar de jaarrekening.

Efficiënter werken

ProRail staat voor de uitdaging om klant- en resultaatgericht te blijven werken, ook bij de toekomstig verwachte capaciteitsgroei. Samen met de spoorsector en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werken we toe naar een nieuwe en toekomstbestendige werkwijze voor werken aan het spoor. Het programma Toekomstbestendig Werken aan het Spoor (TWAS) draagt hieraan bij. Middels dit programma zoekt de sector naar innovatieve werkwijzen om het spoornetwerk betrouwbaar, beschikbaar en betaalbaar te maken en te houden door slimmer samen te werken in de keten. De opgave betreft een omslag naar een met alle partijen in de sector afgestemde nieuwe werkwijze met zo min mogelijk hinder, die actief stuurt op een betere samenwerking en die past binnen de beschikbare financiële middelen. Hierbij is oog voor een betrouwbaar spoorproduct.

De implementatie van de TWAS-werkwijzen worden binnen ProRail meegenomen in ‘Samenspel voor meer treinen’, een nieuwe manier van organiseren en samenwerken binnen ProRail. Dat heeft tot gevolg dat de implementatie van TWAS in tijd is aangepast aan de tijdlijnen van Samenspel en daarmee ook de met TWAS samenhangende baten later zullen worden gerealiseerd. Dit is verwerkt in de subsidieaanvraag Beheer, Onderhoud en Vervangingen 2021.

Vooruitzicht 2021

COVID-19 houdt de wereld nog steeds in zijn greep. In 2020 heeft ProRail laten zien dat ondanks alle maatregelen die getroffen zijn en de effecten die deze maatregelen teweeg hebben gebracht, het werk aan het spoor doorgang kan vinden.

Het spoor is een vitale sector in de maatschappij. Dat betekent dat we het spoor ook in deze tijd veilig en berijdbaar houden zodat het treinverkeer, zowel voor reizigers als goederen, doorgang kan blijven vinden. Het spoor is complex. Grootschalige werkzaamheden vormen niet alleen technisch, maar ook maatschappelijk een ingewikkelde opgave. Dat betekent dat werkzaamheden die gepland staan en niet door kunnen gaan, alleen met grote inspanningen opnieuw kunnen worden ingepland. ProRail is van mening dat ook in de huidige situatie de marktpartijen met wie wij werken, zelf het beste regie kunnen houden op werkzaamheden, voorraden en mensen. Zij hebben daarvoor de kennis en data in huis. ProRail zal ook in 2021 samen met de marktpartijen de juiste afwegingen maken.

Onze werkzaamheden bestaan onder meer uit beheer, onderhoud, vernieuwing en nieuwbouw. Bij de uitvoering van deze werkzaamheden moeten de veiligheid en kwaliteit steeds geborgd zijn én de richtlijnen van het RIVM worden gevolgd. Het is onze missie om ook onder deze omstandigheden de dienstregeling zoveel mogelijk te realiseren. Daarbij houden we rekening met de gezondheid van de mensen die aan het spoor werken. ProRail kiest in deze situatie voor het opschaalmodel, bestaande uit verschillende fases. Deze fases zijn afhankelijk van het in steeds mindere mate beschikbaar zijn van kritische capaciteiten van zowel mens als middelen die nodig zijn om het geplande werk in en rondom het spoor te realiseren en waardoor we moeten prioriteren.

ProRail wordt voor het uitvoeren van haar wettelijke taken gefinancierd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanuit het Infrastructuurfonds. Hiermee zijn de financiële middelen gewaarborgd voor het uitvoeren van activiteiten, ook voor 2021. ProRail ontvangt van de vervoerders gebruiksvergoeding voor het gebruik van het spoorweginfrastructuur. In 2020 heeft dit geleid tot minder ontvangsten van gebruiksvergoeding. Of dit ook voor 2021 het geval zal zijn, moet de toekomst uitwijzen en is afhankelijk van het verdere verloop van COVID-19 en de hierbij behorende maatregelen die mogelijk genomen worden.

Mijn Verslag (1)